“Ongelijkheid is een tikkende tijdbom”

Ouwe krijgers Sleeckx en Van Elsen debatteerden voor het Sociaal Forum over solidariteit. “Een 24 uursstaking is het plezantste wat er is. Dat heeft niks met een staking te maken. Dat is een prikactie. Staken is oorlog.” Jef Sleeckx en Kris Van Elsen zijn mannen voor wie ‘solidariteit’ geen loos begrip is. Ze hebben hun leven in het teken van solidariteit gesteld. De ‘rooie’ Sleeckx deed dat als politicus bij de socialisten, de ‘groene’ Kris Van Elsen als vakbondsman bij het ACV. Ze bewandelden verschillende paden om hetzelfde doel te bereiken: betere leefomstandigheden creëren voor de kwetsbaren in onze samenleving. Als het kon, deden ze dat met woorden, als het moest met daden. Niet zelden stonden ze samen op de barricades of sloegen ze piketten op. Sociaal Forum Kempen en Vormingplus Kempen bracht beide actievoerders van het eerste uur samen voor een debat over solidariteit. Journalist Dirk Barrez leidde het gesprek in goede banen.

Jef Sleeckx (l.) en Kris Van Elsen (r.). Foto © Bart Van der Moeren
Jef Sleeckx (l.) en Kris Van Elsen (r.). Foto © Bart Van der Moeren

Wanneer -met het grootste respect gezegd- ouwe krijgers Sleeckx en Van Elsen de messen scherpen om over solidariteit te debatteren, is vuurwerk verzekerd en wil Suiker daarbij zijn. Krachtige taal, heftige gebaren, af en toe een vloek en regelmatig een vuistslag op tafel: voor minder gingen we niet. We kregen waar we voor kwamen.

Vieille Montagne, 1971

Het debat begon met een uitgebreide terugblik op wat solidariteit vroeger was. Sleeckx en Van Elsen waren in 1971 betrokken bij de staking in Balen, bij Vieille Montagne. Jef Sleeckx was nog geen politicus, Van Elsen nog geen vakbondsman. Jef Sleeckx gaf geschiedenis en zette zich in zijn vrije tijd in voor de derde wereld. De amper 20-jarige Kris Van Elsen was propagandist bij de KAJ. Van Elsen: “Bedrijven zijn nu anders gestructureerd dan vroeger. Ten tijde van de staking in Balen hadden bedrijfsleiders nog iets te zeggen. Tegenwoordig mogen ze alleen nog budgetten beheren. Als er een betoging of een staking is, kunnen ze vaak makkelijker hun paraplu opentrekken, zeggen dat ze niet bevoegd zijn en dat de beslissingen elders genomen worden”. Sleeckx: “Ook de middelen om iets af te dwingen, zijn veranderd.” Van Elsen: “Klopt! Een 24 uursstaking is geen staking. Hoogstens een prikactie. Dat is het plezantste wat er is. Staken is oorlog. Ik heb in Wales de staking van mijnwerkers bezocht die een jaar duurde. Ik kan je vertellen: dat is een ramp.” Sleeckx: “De eerste week van een staking is plezant. Je gaat niet werken en je kan pinten pakken met je maten. De tweede week is de lol er al af. Vanaf de derde week krijg je problemen omdat er geen geld meer binnenkomt. Daarom is het zo belangrijk dat de vrouwen achter de staking staan. Ik heb indertijd, in Balen, de vrouwen ingeschakeld. Zij maakten voedselpakketten. Zo voelden ze zich betrokken.” Van Elsen: “Na een tijd begint inderdaad de vuile oorlog. Een psychologische oorlog, om precies te zijn. De bedrijfsleiders weten dat sommige arbeiders op droog zaad zitten. Dat zijn de eersten die men kan overhalen om terug te komen werken. Ze beginnen die los te weken. Als dat lukt, wordt de solidariteit gebroken.” Sleeckx: “Juist! Ik herinner me nog goed het moment waarop ik voor het eerst dacht: ‘Wij kunnen deze strijd niet verliezen’. Dat was toen ik Jef Mangelschots, een doodbrave arbeider, met zijn fiets op de brug zag staan. ‘Meneer André’, directeur van Vieille Montagne, sprak Jefke vriendelijk toe. ‘Kom toch binnen, Jef’. En Jef antwoordde: ‘Neen, ik blijf bij mijn maten.’ Kippenvel is dat! Je moet je dat proberen in te beelden. Die situatie was veel erger dan de strijd tussen David en Goliath. Die directeur was een halfgod. Daar nam iedereen zijn klak voor af. Er zijn tonnen moed nodig om zo iemand tegen te spreken.”

sleeckxvanelsen04
Blik op de zaal. Foto © Bart Van der Moeren

Solidariteit nu

Gespreksleider Dirk Barrez sloeg de brug naar het heden en vroeg of er lessen te trekken zijn uit het verleden. Van Elsen: “De voornaamste les is dat solidariteit nog altijd het grootste wapen is om iets gedaan te krijgen. We moeten niet ver teruggaan in de tijd om het bewijs te vinden. Veel mensen vinden het niet eerlijk dat de werknemers bij Ford Genk zo’n goede vergoedingen uit de brand konden slepen, terwijl dat elders, bij andere sluitingen, niet mogelijk bleek. Maar dat heeft niet veel met eerlijkheid te maken. Ze kregen dat in Genk voor mekaar omdat ze zo goed georganiseerd waren en omdat ze één  front vormden.” Sleeckx: “Staken is nog altijd relevant en kan nog altijd zijn vruchten afwerpen. Maar het moet pas het laatste middel zijn. Je gaat pas staken als alle andere gesprekken en acties hebben gefaald. Ook ik wil het belang van solidariteit onderstrepen. 200 treinbestuurders die een dag het land platleggen: dat heeft niks met solidariteit te maken. Met zo’n actie wek je meer wrevel op dan wat anders.” Van Elsen: “Klopt. Maar het is niet altijd even gemakkelijk om alternatieven te vinden.” Sleeckx: (vuistslag op tafel) “Laat alle treinen gewoon rijden en iedereen gratis opstappen! Dan krijg je sympathie in heel het land en zet je de bazen pas echt onder druk.” Dirk Barrez speelde advocaat van de duivel. “Ik hoor jullie zeggen dat er geen echte stakingen meer zijn, dat een 24 uursstaking hoogstens een prikactie is die weinig oplevert. Hebben sociale bewegingen dan nog wel nut? Hoe kunnen de sociale bewegingen hun gram nog halen? Sleeckx: “Eén ding is zeker: als niemand iets doet, verandert er helemáál niks. Van mij heb je trouwens niet gehoord dat een 24 uursstaking geen nut kan hebben. Het is inderdaad geen echte staking, maar het is wel een serieuze vingerwijzing. Een dreigement: ‘Pas op of we gaan verder’. Van Elsen: “Ik blijf hameren op het belang van solidariteit. Als 10.000 mensen de straat op gaan, worden ze genegeerd. Als het er 100.000 zijn, wordt naar hen geluisterd. Zo simpel is het. Wees maar gerust: de kracht van de getallen speelt.” Sleeckx: “Iedereen moet zich bewust worden van het feit dat solidariteit nodig is. Anders komen we er niet. Ons grootste probleem vandaag is de vergrijzing. Iedereen zal bereid gevonden moeten worden om zijn steentje bij te dragen en solidair te zijn. Vandaar dat solidariteit op school moet onderwezen worden.  Het onderwijs moet een solidaire mentaliteit kweken bij de leerlingen.” Van Elsen: “Dat kan nooit kwaad, maar de crisis pak je aan door concrete, harde maatregelen. Niet door sensibiliseringscampagnes waar je pas veel later resultaat van ziet. Er moet aan drie zaken gesleuteld worden: werk, inkomen en sociale zekerheid. Dat zijn de drie pilaren waar alles op steunt. Ten eerste is er het werk. Laten we mekaar geen blaasjes wijsmaken. We zullen in de toekomst langer moeten werken dan nu. Wat sociale zekerheid betreft, ben ik categoriek: niemand mag -roerend en onroerend goed samengeteld- meer dan een miljoen euro bezitten. Boven het miljoen moet alles afgegeven worden aan de sociale zekerheid. En ten derde zouden er rechtvaardige inkomens moeten ingevoerd worden. In de jaren 70 sprak men over de verhouding 1-5. Het hoogste loon mag maximum vijf keer groter zijn dan het minimumloon. Weg dus met de superlonen. Maar de jaren 70 zijn precies lang geleden. Ik hoor nog spreken over rechtvaardige inkomens en over een verhouding 1-5. Toch is er de hoop. Ik hoorde de nieuwe burgemeester van New York zopas zeggen dat hij in zijn stad arm en rijk dichter bij mekaar wil brengen. Dat is toch al een stap in de goede richting. Hij heeft gelijk. Ongelijkheid is een tikkende tijdbom.” Sleeckx: “Als mensen niets meer te verliezen hebben, kunnen ze gevaarlijk worden. Kijk maar naar Griekenland. Daar stemmen ze nu zelfs voor een nazipartij.”

Jef Sleeckx (l.) en Kris Van Elsen (r.). Foto © Bart Van der Moeren
Jef Sleeckx (l.) en Kris Van Elsen (r.). Foto © Bart Van der Moeren

Mondiale solidariteit

Zowel Jef Sleeckx als Kris Van Elsen zijn actief betrokken bij derdewereldbewegingen. Ter afronding van het debat over solidariteit wilden ze het ook specifiek hebben over mondiale solidariteit. [well type=”well-sm”]
Jef Sleeckx: “200 treinbestuurders die het land platleggen. Dat kan niet. Dat heeft niks met solidariteit te maken. Wat ze dan wel moeten doen? De treinen laten rijden en iedereen gratis laten opstappen.”
[/well] Van Elsen: “Ik wil eerst een lans breken voor eerlijke handel. Dat is makkelijk te realiseren en kost ons bijna niets. De muur is gevallen in 1989. De wereld is één geworden. Vakbonden hebben daar niet voldoende op ingespeeld, al wil ik het ook niet minimaliseren: er zijn zeker wel pogingen ondernomen. Maar er is weinig gerealiseerd. De textielsector in Azië keert nog altijd schandalig lage lonen uit. We beseffen het te weinig, maar we kunnen daar iets aan doen. Weet je hoeveel een broek of trui bij ons in de winkel meer zou kosten als de arbeiders in Azië wél een deftig loon zouden krijgen? 0,5 procent.  Natuurlijk zitten er addertjes onder het gras. Want als de arbeiders meer zouden verdienen, zal de directeur ook een loonsverhoging willen. En de tussenpersonen ook. Daar heb je dus goede syndicaten voor nodig die wereldwijd actief zijn.” Sleeckx: “Internationale solidariteit is nodig en het Westen zal daarin moeten investeren. We moeten zorgen dat er sterke vakbonden komen in de derde wereld. De leefomstandigheden moeten verbeteren. Vakbonden zijn daar het ideale middel voor. Een vakbond kan een bevolking omhoogtrekken. Daar moeten we nu werk van maken. Er is geen keuze. Zonder mondiale solidariteit stoppen we de migratiestromen nooit. Op zoek naar een menswaardig leven zullen de vluchtelingen blijven toestromen. Met duizenden.” Van Elsen: “We weten dat, Jef. We hebben het al zo vaak gezegd.” Sleeckx: (opnieuw een vuistslag op tafel) “Het woord is ontkracht. Je moet er daden aan verbinden!”

Roel Sels

schrijft voor de gratis cultuurkrant Suiker

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *